‘SEH is een vak van uitersten’
Van verzwikte enkel tot heupluxatie, van hechting tot reanimatie: een SEH-arts weet nooit wat de dag gaat brengen. Dat maakt het vak uitdagend, vindt aios Luuk Wansink. ‘Zelfs als je tien kleine trauma’s achter elkaar behandelt, is iedere behandeling weer anders.’
Een beroep met spanning, dat zocht Luuk Wansink toen hij elf jaar geleden aan zijn studie geneeskunde begon. ‘Hoewel ik destijds nog geen duidelijk beeld had van het vak, leek werken op de Spoedeisende Hulp me ontzettend gaaf.’ Luuks beroepsvoorkeur veranderde echter continu naar-mate zijn studie vorderde.
Als ik ergens een coschap liep, vond ik dát specialisme het allerleukst. Dan wilde ik neuroloog worden, om drie maanden later hetzelfde te zeggen over cardiologie. Ook het keuzecoschap SEH beviel erg goed. Lastig qua kiezen, maar tegelijkertijd een voordeel: blijkbaar vond ik alles leuk.’ Zijn oudste coschap, op de afdeling Chirurgie, gaf voor Luuk de doorslag. Onvoorspelbaarheid was een belangrijke factor. Luuk: ‘Op de poli ben je voorbereid en weet je precies welke patiënten langskomen. Dat voorspelbare vond ik niets. Ik besefte dat mijn passie bij de Spoedeisende Hulp lag, je weet daar immers nooit wat er gaat gebeuren. Zelfs als je tien kleine trauma’s achter elkaar behandelt, is iedere behandeling anders. Die afwisseling had ik nodig.’
Brede blik
Inmiddels zit Luuk in het tweede jaar van zijn opleiding en werkt hij als aios spoedeisende hulp in het OLVG in Amsterdam. De afwisseling waar hij op hoopte, heeft hij gekregen. ‘Het is een beroep van uitersten. Het ene moment ben je bezig met een simpele hechting, vijf minuten later sta je met een team van twaalf man een patiënt te reanimeren. Vervolgens zie je een patiënt met ‘slechts’ een verzwikte enkel. Wat er daarna gebeurt? Geen idee, maar je moet altijd op alles voorbereid zijn.’ Ook het stellen van een diagnose is een flinke puzzel. Een brede blik is nodig: pijn op de borst kan duiden op een hartinfarct, maar een klaplong is ook mogelijk. Luuk: ‘Je moet in heel korte tijd het verhaal van een patiënt aanhoren, een diagnose stellen én een oplossing verzinnen. Je bent al snel intensief bezig met een patiënt, terwijl je vooraf allebei niet wist dat je elkaar ging zien. Best bijzonder.’
Professionaliseringsslag
De spoedeisende geneeskunde is voortdurend aan verandering onderhevig, maar de grootste ontwikkeling vond in 2008 plaats: toen kwam er een officieel erkende opleiding. Die professionaliseringsslag was hard nodig. Luuk: ‘Ik heb het zelf nooit meegemaakt, maar voorheen hadden arts-assistenten van de verschillende specialismen – vaak de allerjongsten met de minste ervaring – de leiding over de SEH. Er kwam zelden een chirurg of internist langs en arts-assistenten moesten doorgaans zelf beslissen.’ Gelukkig gaat het tegenwoordig anders, weet Luuk uit ervaring. ‘Nu heeft een speciaal opgeleide arts de verantwoordelijkheid over de SEH en kijkt diegene direct mee met jonge artsen. Ook de samenwerking met medisch specialisten is intensiever. Vaak verricht je al wat voorwerk voordat de specialist ter plaatse is – zoals het starten van acute behandelingen voor bijvoorbeeld sepsis of een hartinfarct – om erachter te komen wat er scheelt. Als de betreffende medisch specialist eenmaal is gearriveerd, probeer je vaak samen tot een definitieve diagnose en behandelplan te komen. Tussendoor schakel je continu met verpleegkundigen en ambulancemedewerkers. Je bent wat dat betreft echt de spil van de SEH.’
Dat neemt niet weg dat er geen verbeteringen meer mogelijk zijn. Met name de opleidingsduur is een punt van kritiek onder aiossen SEH. De driejarige opleiding bestaat voor de helft uit stages bij verschillende specialismen, terwijl het andere deel bedoeld is voor onderzoek en werken op de SEH. Dat laatste is echt te kort, vindt Luuk. ‘Omdat de echt levensbedreigende zaken minder vaak voorkomen, is er weinig ruimte voor pathologie. Terwijl je daar juist goed op voorbereid moet zijn. Het verlengen van de opleidingsduur met twee jaar zou wat dat betreft geen overbodige luxe zijn.’
SEH in het kort
•De opleiding tot SEH-arts duurt drie jaar. Er zijn per jaar 35 tot 40 plekken beschikbaar, verspreid over heel Nederland.
•Momenteel zijn er ongeveer 550 SEH-artsen in Nederland werkzaam.
•Spoedeisende geneeskunde is geen medisch specialisme, het is een profielopleiding. Basisartsen mogen zich na afronding profielarts noemen.
•Meer weten? Kijk op de website van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen: nvsha.nl
‘Je moet altijd op alles voorbereid zijn’
Onregelmatig
Studenten die het vak overwegen, moeten rekening houden met onregelmatige werktijden. Door avond- en nachtdiensten is het soms lastig om sociale contacten te onderhouden, ondervindt Luuk. ‘Mijn vriendin heeft een kantoorbaan, evenals veel van mijn vrienden. Ik moet mijn afspraken beter plannen. Daartegenover staat dat je soms overdag vrij bent. Bovendien heb je als SEH-arts geen oproepdiensten. Na een dag werken word je afgelost door een collega en ben je ook echt klaar: alle patiënten waar je je zorgen om hebt gemaakt zijn naar huis, of de zorg is overgedragen aan een medisch specialist. Je hoeft niet te piekeren over patiënten die nog op zaal liggen. Dat geeft een zekere rust.’
Mensenwerk
Werken op de SEH betekent dat je soms met moeilijke situaties te maken krijgt. Het komt geregeld voor dat een patiënt overlijdt. Dat kan impact hebben. Luuk: ‘Meestal vertel ik het thuis als ik wat heftigs heb meegemaakt, maar ook op de afdeling letten we op elkaar en bespreken we dingen na. Hoewel je ermee om leert gaan, blijft het lastig. Het komt vooral dichtbij als het om overleden leeftijdsgenoten gaat. Om die reden probeer ik soms afstand te houden, maar je kunt je gevoel niet altijd uitschakelen. Er wordt hier heus weleens een potje gejankt. Het blijft mensenwerk.’
Jasper Rebel is SEH-arts en opleider in het OLVG te Amsterdam
‘Je moet snel zien wat prioriteit heeft en daarop anticiperen’
Wat is het kenmerkende van dit vak? ‘Er wordt vaak gedacht dat de SEH-arts van heel veel ziektebeelden maar heel weinig afweet. Dat is niet zo. Van die ziektebeelden kennen we namelijk precies het acute stadium. Neem een patiënt die binnenkomt met hartritmestoornissen: natuurlijk heeft de SEH-arts niet te meeste ervaring op dat gebied, maar hij of zij kan wel acute beslissingen nemen en hoeft niet eerst met tien mensen te overleggen. Daarnaast zorgt de SEH-arts ervoor dat het hele team – van cardiologen tot aan verpleegkundigen – klaarstaat en effectief samenwerkt. Dat is ook wat patiënten verwachten: dat ze bij de ingang van het ziekenhuis worden opgevangen door een dokter van hoog niveau.’
Welke vaardigheden en competenties hebben studenten nodig?‘Multitasking is erg belangrijk. Daarnaast moet je leiderschap kunnen tonen en in korte tijd – met onvolledige informatie – zien wat prioriteit heeft en daarop anticiperen. Dat betekent ook dat je patiënten soms naar huis stuurt omdat ze volgende week ook nog geholpen kunnen worden. Verder is een brede interesse een pre, je komt namelijk van alles tegen, van handletsels, wonden en heupluxaties, tot epileptische insulten en hartinfarcten. Soms moet je hechten of spoedechografie toepassen. Als SEH-arts moet je dus verdomde handig zijn.’
Klopt het beeld dat studenten van dit vak hebben met de realiteit? ‘Ik vind het lastig om te spreken voor studenten die dit vak nu overwegen. Wel herinner ik me dat ik – toen ik nadacht over mijn vervolgopleiding – gecharmeerd was van de Amerikaanse serie ER. Een enigszins overdreven versie van de realiteit, want in die serie is het altijd chaos en lopen er continu artsen met ingewikkelde apparaten in beeld. Toch is het wel zo dat de meeste dagen op de SEH hectisch en spannend zijn.’
Wat is het belangrijkste voor- en nadeel? ‘Het is een onregelmatig vak. Die onregelmatigheid is niet heel goed voor je gezondheid, al proberen we dat op te lossen door slim te roosteren: van een paar dagdiensten achter elkaar, naar avond- en nachtdiensten. Daartegenover staat dat je na een dag werken nooit denkt: dit heb ik vorige week ook al meegemaakt. Die afwisseling houdt je fris, energiek en is bovenal ontzettend leuk.’
Dit artikel verscheen eerder op Arts in Spe.
Dit artikel delen?