Jong, dynamisch en volop in ontwikkeling: het vak van vertrouwensarts
Als vertrouwensarts ben je de belangrijkste medische schakel tussen Veilig Thuis en de gezondheidszorg bij huiselijk geweld, ouderen- en kindermishandeling. Dat kan heftig zijn, weet aios Janneke Witte, maar het motiveert haar ook. ‘Ik hoop vooral dat onze bemoeienis voor een keerpunt zorgt.’
Dertien jaar lang was ze huisarts, tot ze in 2019 de overstap maakte naar het beroep van vertrouwensarts. ‘Ik hield van mijn werk als huisarts, maar ben óók een enorme duizendpoot en vind verschillende dingen leuk’, lacht Janneke.
‘Zo gaf ik naast mijn werk onderwijs aan geneeskundestudenten én deed ik onderzoek naar hoe coassistenten samenwerken op de werkvloer. Het werd echter steeds lastiger om al die werkzaamheden met elkaar te combineren – het voelde alsof ik nooit kon afmaken waarmee ik bezig was. Er moest iets veranderen, maar ik wist niet wat. Precies op dat moment vroeg een vriendin – zelf werkzaam bij Veilig Thuis – of het beroep van vertrouwensarts iets voor me was. Ik dacht: ik ga het gewoon proberen. Vond ik het niks, dan kon ik altijd terugvallen op mijn huisartsenbestaan.’ Dat laatste bleek niet nodig, want een dag meelopen met een vertrouwensarts smaakte naar meer – inmiddels zit Janneke in het tweede jaar van haar opleiding.
Medische expertise
Als vertrouwensarts ben je onderdeel van Veilig Thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. De vertrouwensarts vormt de brug tussen Veilig Thuis en de gezondheidszorg bij (een vermoeden van) huiselijk geweld, ouderen- en kindermishandeling. Dat kan beginnen met een melding, vertelt Janneke. ‘Zo’n melding kan van een buurman komen, maar ook van een school of kinderarts. Zodra er een medische component meespeelt, wordt de vertrouwensarts ingeschakeld – Veilig Thuis is namelijk de enige instantie met medische expertise in huis. De casuïstiek kan heel breed zijn. Een kind met een blauwe plek, bijvoorbeeld. Maar ook een ouder met een chronische aandoening zoals een drugsverslaving of diabetes, die daardoor telkens ontregelt – wat weer impact kan hebben op de opvoedrol.’
Niet altijd helder
Janneke krijgt overigens niet alleen maar te maken met gezinnen met kinderen, vertelt ze. ‘Ook ouderen kunnen te maken hebben met geweld of verwaarlozing. Zo kan dementie van invloed zijn op het functioneren en voor conflicten zorgen. In al die gevallen denken wij als vertrouwensarts mee.’ Overigens gebeurt dat laatste vooral op het moment dat er veel níét duidelijk is, gaat Janneke verder. ‘Soms is het overduidelijk dat een kind wordt mishandeld en wordt de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld. Maar het is lang niet altijd zo helder. Een blauwe plek lijkt misschien onschuldig maar kan tóch verdacht zijn, bijvoorbeeld als deze op het oor zit. Dat komt weinig voor en dát maakt het vreemd. Het lijkt dan alsof het oor is vastgepakt, maar er is geen duidelijke verklaring voor. In zo’n geval moeten we dus verder kijken wat er precies aan de hand is.’
Janneke schat dan eerst in wie naar die blauwe plek moet kijken. ‘Soms ben ik dat zelf, maar blauwe plekken kunnen ook een medische oorzaak hebben, zoals een stollingsziekte. In dat geval schakel ik een kinderarts in om daar zekerheid over te krijgen.’ Is het letsel dusdanig ernstig dat er misschien sprake is van een strafbaar feit, dan moet een forensisch arts meekijken. Al zijn dat wel de meest indrukwekkende en ernstige casussen, benadrukt Janneke. ‘Meestal draagt het inschakelen van politie niet bij aan de veiligheid. In veel gevallen ontstaat het geweld uit onmacht, de meeste mensen willen gewoon fijn samenleven met hun dierbaren. Die wil je dus niet per se straffen, maar juist helpen om te zorgen dat het niet meer voorkomt. Dat lukt alleen niet altijd, en dat maakt het complex. Maar het maakt mijn werk óók interessant.’
Grotere geheel
Het vak is bij uitstek multidisciplinair, zegt Janneke. ‘Je hebt contact met allerlei professionals. Niet alleen met een medische achtergrond, maar ook mensen die werkzaam zijn binnen andere domeinen zoals school, thuiszorg of kinderopvang. Daarnaast spreek je met cliënten. Je moet bijvoorbeeld aan een ouder kunnen uitleggen waarom het relevant is dat diegene aan de slag gaat met een depressie of verslaving – om te zorgen dat de thuissfeer prettiger wordt. Al die verschillende niveaus vragen om een goede communicatie en inlevingsvermogen.’ Verder adviseert Janneke medisch professionals die twijfelen of er sprake is van mishandeling én geeft ze onderwijs aan collega’s in het werkveld. Lachend: ‘Het past dus heel goed bij mijn duizendpootbestaan, maar wel binnen één werksetting.’
Nog een belangrijke competentie is dat je op meerdere niveaus moet denken. ‘Als een huisarts belt omdat hij of zij met een gescheiden moeder heeft gesproken die haar partner van kindermishandeling beticht, dan moet je met die huisarts in gesprek over eventueel letsel, de problematiek tussen moeder en vader, maar ook de gevolgen voor de opvoeding van het kind. Je moet dus naar het grotere geheel kijken.’
In beweging
Het vak van vertrouwensarts is relatief jong en in beweging. Janneke: ‘Er is veel ontwikkeling op het gebied van jeugd- en gezinsbescherming en hoe dat beter vormgegeven kan worden – ik denk dat we allemaal meekrijgen dat dit nu niet optimaal is. Ook inhoudelijk gebeurt er een hoop. Zo is er steeds meer kennis over ouderenmishandeling, hoe je het herkent en bespreekbaar maakt. Daarbij komen er steeds meer richtlijnen die ervoor zorgen dat elke vertrouwensarts in de basis hetzelfde doet. De nieuwe opleiding – die sinds twee jaar bestaat – draagt natuurlijk ook bij aan die basis.’
Keerpunt
Janneke vindt dat er een goede balans is tussen werk en privé. ‘Er zijn telefonische bereikbaarheidsdiensten, maar die worden onderling verdeeld. Het verschilt natuurlijk per regio, maar ik vind het goed te doen én heb ruimte voor andere zaken – mijn gezin, hond en hobby’s.
Wie het vak overweegt, moet wel tegen heftige casuïstiek kunnen, besluit de aios. ‘Je komt wel in nare situaties terecht. Soms door het geweld dat er plaatsvindt, maar ook door de maatschappelijke situatie. Mensen die schulden hebben, bijvoorbeeld, voor wie uithuiszetting dreigt; dat moet je van je af kunnen zetten.’ Pittig, geeft Janneke toe, maar het motiveert haar ook. ‘Ik hoop vooral dat onze bemoeienis voor een keerpunt zorgt. Natuurlijk: we moeten verdragen dat het leven niet maakbaar is en we geen wondermiddel zijn. Maar als we ervoor kunnen zorgen dat het dieptepunt niet dieper wordt en er een weg omhoog wordt ingeslagen, hebben we al veel bereikt.’
DE OPLEIDER
Opleider Christel van Dijk is vertrouwensarts bij Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond.
Wat is het kenmerkende van dit vak? ‘Als vertrouwensarts gebruik je je sociaal-medische expertise op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld. Daarvoor werk je veel samen met andere medische disciplines, maar ook met onder meer maatschappelijk werkers en gedragswetenschappers. Je bent dus echt een verbinder tussen het medische veld en het sociale domein.’
Wat zijn belangrijke competenties? ‘Doordat je met zoveel verschillende partijen communiceert, moet je goed kunnen schakelen. En soms moet je een besluit durven nemen, ook als niet duidelijk is hoe het precies zit. Een baby met een gebroken been is bijvoorbeeld gek, want die kan nog niet kruipen. Maar als de ouders volhouden dat ze niet weten hoe dat komt, is dat best een dilemma. Je moet kijken naar de belangen van de ouders én het kind: wat weegt zwaarder, en vooral: wat is veiliger?’
Wat doet een vertrouwensarts de hele dag? ‘Ik geef telefonisch advies aan medische professionals over bijvoorbeeld een vermoeden van kindermishandeling of een zwangere met drugsgebruik. Ook beoordeel ik medische aspecten in nieuwe meldingen – psychische problemen, verslaving – om te kijken hoe we die mee moeten wegen en of we er als Veilig Thuis iets aan kunnen doen. Het gebeurt namelijk ook weleens dat we een melding krijgen over een eenzame oudere die zichzelf verwaarloost. Heel triest, maar dat is meer een zaak voor de huisarts. Je doet veel op basis van dossiers, maar gaat soms ook op huisbezoek of schuift aan bij een overleg in het ziekenhuis, al is dat laatste wel een neventaak.’
Wat is het belangrijkste voor- en nadeel? ‘Het mooiste vind ik dat je bezig bent met een maatschappelijk probleem, namelijk het stoppen van huiselijk geweld en voorkomen van nieuw geweld. Dat je dus een bijdrage mag leveren aan die secundaire preventie. Een nadeel kan zijn dat je relatief weinig patiëntencontact hebt, je hebt geen spreekuur of iets dergelijks. Daarbij is de wereld niet zo maakbaar als je misschien hoopt. Je kunt een vrouw wel naar de vrouwenopvang brengen wegens huiselijk geweld, maar vaak zie je dat iemand toch weer terugkeert bij de partner – en denk je: doe dat nou niet. Dat kan soms frustrerend zijn.’
Vertrouwensarts in het kort
- Vertrouwensarts is een vakgebied binnen het specialisme arts maatschappij + gezondheid. De eerste fase (opleiding tot vertrouwensarts) en de tweede fase erna (M+G) duren ieder twee jaar.
- Per opleidingsgroep zijn vijftien opleidingsplekken beschikbaar.
- Momenteel zijn er zeventig vertrouwensartsen en acht aiossen in Nederland werkzaam.
Dit artikel verscheen eerder op Arts in Spe.
Dit artikel delen?