‘In de psychiatrie komen somatische en psychische zorg samen’
Een holistisch vak waarbij aandacht is voor zowel somatische als psychische klachten, dát is psychiatrie. Ook is het belangrijk dat je stevig in je schoenen staat, vertelt aios Renske Bolt. ‘Als je een bijdrage kunt leveren om een crisis op te lossen, vind ik dat heel waardevol.’
Lange tijd richtte vierdejaarsaios Renske Bolt haar pijlen op het jeugddomein tijdens haar studie geneeskunde; kindergeneeskunde, jeugdgezondheidszorg, iets in die richting zou het gaan worden. Maar na haar afstuderen wilde ze graag óók eerst een tijdje werken, meters maken. Ze was direct enthousiast toen ze een vacature zag voor anios binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. ‘Het leek me een prachtige plek om mijn loopbaan te beginnen en een mooie eerste stap richting de kindergeneeskunde. Daar loop je immers ook tegen psychosociale problemen aan. Omdat juist dát onderdeel weinig werd belicht tijdens mijn geneeskundestudie, vond ik elke ervaring op psychosociaal vlak mooi meegenomen.’
Crisisdiensten
Door haar werk in de ggz-instelling kwam Renske ook in aanraking met de algemene psychiatrie. ‘Ik merkte al snel dat ik dat hartstikke interessant vond. Zo spraken de breedheid van het vak en de acute setting me enorm aan. Ik draaide geregeld crisisdiensten, waarbij ik allerlei soorten patiënten zag – denk aan mensen met een psychose of met suïcidale klachten. Maar ook alle ‘systemen’ eromheen – van zorgketens tot aan mensen die dicht bij een patiënt staan – trokken mijn aandacht. Ik zag psychiatrie daardoor steeds meer als een vak dat bij me zou kunnen passen.’ Ondanks haar enthousiasme twijfelde ze. ‘Dat kwam deels omdat ik ben opgegroeid in een huisartsengezin. Bij de term “dokter” dacht ik automatisch aan een huisarts of ziekenhuisarts. In hoeverre was ik nog een “klassieke” dokter als ik voor psychiatrie koos? Het voelde toch een beetje alsof ik mijn stethoscoop aan de wilgen hing.’
De ad-interimdirecteur van de ggz-instelling waar Renske werkte, adviseerde haar daarom om een kijkje te nemen bij de ziekenhuispsychiatrie. Het bleek een gouden zet. ‘Op de eerste dag viel er al een last van mijn schouders. Ik hóéfde helemaal niet te kiezen, want psychiatrie bleek bij uitstek een vak waar somatische en psychische zorg samenkomen.’ Renske haalt een simpel voorbeeld aan. ‘Stel, een patiënt heeft een gebroken been en moet geopereerd worden. Maar diegene is óók bekend met schizofrenie en slikt daar medicatie voor. Dat kan “botsen” met de anesthesie. Als psychiater geef je advies over hoe die operatie zo goed mogelijk kan verlopen.’
Puzzel
Ook buiten het ziekenhuis komen somatische en psychische klachten samen, gaat Renske verder. ‘Als iemand een psychose heeft, is de eerste vraag steevast: wat is de oorzaak? Het kan natuurlijk zijn dat iemand gaandeweg schizofrenie ontwikkelt, maar sommige lichamelijke aandoeningen kunnen je ook psychisch ontregelen – denk bijvoorbeeld aan een hersentumor. Zie ik een patiënt van rond de 50 met een psychose maar zonder voorgeschiedenis, en merk ik dat diegene tijdens het gesprek – bijvoorbeeld – met zijn mondhoek trekt, dan gaan bij mij de alarmbellen rinkelen. Het kan dus een hele puzzel zijn om te bepalen waarom iemand klachten heeft, maar het is ongelooflijk cruciaal dat je snapt hoe het zit. Is het brein de oorzaak, of de omstandigheden? Alleen op die manier kun je een zo goed mogelijk behandelplan maken.’
‘Het is een hele puzzel om te bepalen waarom iemand klachten heeft’
Talloze stages
Renske lacht als er wordt gevraagd naar haar werkdag. ‘De opleiding bestaat uit talloze stages, dus elke periode ziet je werkdag er weer anders uit. Eerder liep ik bijvoorbeeld al stage bij de ouderenpsychiatrie en algemene psychiatrie. Daarnaast volgde ik een stage neurologie in een algemeen ziekenhuis én was er nog een onderwijsstage, waarbij ik een halfjaar lesgaf aan geneeskundestudenten.’
Momenteel werkt Renske op de poli Persoonlijkheidsstoornissen. ‘Ik doe de diagnostiek, geef behandeladvies en ben ook betrokken bij de dagbehandeling van patiënten.’ Daarbovenop komen de crisisdiensten, die onregelmatig zijn. ‘Al hangt dat ook af van je werkplek. Ben je vrijgevestigd, dan werk je meestal tijdens kantoortijden. Werk je in een ggz-instelling of ziekenhuis, dan horen avond-, nacht- en weekend-diensten erbij.’
Kwetsbare momenten
Goed kunnen samenwerken is een belangrijke competentie binnen de psychiatrie, want het specialisme is multidisciplinair, vertelt Renske. ‘Je werkt samen met psychologen, verpleegkundigen, therapeuten, huisartsen, ervaringsdeskundigen, verloskundigen, politie en justitie – het is maar net welke situatie er speelt. In het ziekenhuis komen daar natuurlijk ook nog alle andere specialismen bij. Je werkt dus vaak samen.’
Maar de belangrijkste competentie is volgens Renske dat je als psychiater stevig in je schoenen moet staan. ‘Bij ons is het vaak zo dat een patiënt zelf geen hulpvraag heeft, maar het vooral de omgeving is die zich zorgen maakt. De bereidwilligheid van iemand om mee te denken over zijn of haar problemen is dan niet altijd aanwezig. Dat is een significant verschil met de “reguliere” zorg. Je moet daarom niet bang zijn voor een beetje tegenwerking.’
Dat kan intens zijn, geeft Renske toe. ‘Je treft mensen op heel kwetsbare momenten. Soms gaat dat gepaard met veel emotie en heftigheid. Het is belangrijk om jezelf af te vragen of je dat aankunt. Eerlijk is eerlijk: het laat mij ook niet koud, maar die betrokkenheid maakt wel dat ik dit aankan. Als je namelijk kunt bijdragen om een crisis op te lossen, vind ik dat heel waardevol.’
Meeste opleidingsplekken
Maar weinig mensen weten dat psychiatrie het grootste medisch specialisme in Nederland is. ‘Dat betekent ook dat we de meeste opleidingsplekken hebben. Natuurlijk zie je wel verschillen per regio. Zo is het in de Randstad drukker dan in de rurale gebieden, maar werkgelegenheid is er zeker. Bij andere opleidingen is dat soms maar de vraag, iets waar we binnen de psychiatrie gelukkig niet mee te maken hebben. Ik vind dat een geruststellende gedachte.’
DE OPLEIDER
Wat is het kenmerkende van dit specialisme?
‘Psychiatrie is een holistisch vak. Je kijkt niet alleen naar de patiënt, maar ook naar het systeem eromheen. Vrienden, familie, werk; wie zijn er allemaal betrokken? Het holistische zit ’m ook in de benadering van het probleem van de patiënt. Daarbij maken we gebruik van het biopsychosociale model. Raakt iemand in de war, dan kan dat komen door een psychiatrische stoornis, maar ook door iets anders, zoals drugsgebruik. Denk bijvoorbeeld aan intoxicatie – je moet dan eerst dát probleem behandelen om te kunnen beoordelen of er überhaupt sprake is van een psychiatrisch probleem. Ook suikerziekte en schildklierproblemen kunnen voor depressieve gevoelens zorgen. Het maakt dat je breed moet kijken.’
Klopt het beeld dat studenten van dit specialisme hebben?
‘Er heerst soms nog een beeld van patiënten die gedwongen worden opgenomen, of dat er altijd agressie komt kijken bij psychiatrie. Superjammer, want dat klopt niet. Slechts 5 procent van de mensen die in crisis komen, wordt opgenomen. Voor sommige behandelingen is een opname nodig, en in alle andere gevallen gaat het in overleg met de patiënt en het systeem.’
Hoe ziet een werkdag eruit?
‘Zelf werk ik in de crisisdienst. Daar begint een werkdag met een overdracht, waarin alle patiënten van de voorgaande 24 uur worden besproken. Daarna wordt de agenda van die dag bepaald en sta je – vanwege het acute karakter – ook weer klaar voor nieuwe patiënten. Elke werkdag is daardoor anders: de ene keer moet ik iemand beoordelen op het politiebureau, de andere keer bezoek ik een huisadres omdat het ergens niet goed gaat of loopt er een collega binnen met een vraag. Tussendoor doe ik mijn administratie. Verder is er ook nog de klinische en de ambulante zorg. Dan zie je patiënten op afspraak. Je werkt dan met een wat “vastere” agenda.’
Welke competentie is cruciaal?
‘Het belangrijkste is dat je goed contact kunt maken. Onze patiënten staan soms ver buiten de realiteit. Dan kun je als psychiater zeggen: “dat klopt niet”, maar voor die patiënten klopt het wél. Je moet dus echt in iemands huid kruipen om te kunnen begrijpen wat er in diegene omgaat. In de crisisdienst zie ik bijvoorbeeld veel suïcidale mensen. Hoewel ik me dat niet echt zou kunnen voorstellen, kan ik me tot op zekere hoogte wel in die patiënten verplaatsen – ik snap hun wanhoop. Ook heb je soms de verantwoordelijkheid om iemand tegen zichzelf te beschermen, maar probeer je in het contact wel een soort samenwerking te krijgen. Bijvoorbeeld door iemand te laten inzien dat er altijd andere mogelijkheden zijn, en zo een stukje hoop te creëren.’
Psychiatrie in het kort
• De opleiding tot psychiater duurt vierenhalf jaar.
• Het aantal opleidingsplekken voor de psychiatrie wordt jaarlijks bepaald door het ministerie van VWS. In 2022 waren er 181 opleidingsplaatsen, voor 2023 is dat hetzelfde aantal.
• Momenteel zijn er 4000 psychiaters en ongeveer 750 aiossen in Nederland werkzaam.
Meer weten? Kijk op de website van de NVvP, nvvp.net.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op Arts in Spe.
Dit artikel delen?